
Langs franjes van vergeten herinneringen dansend beweegt mijn geheugen op het ritme van krakende pedalen en de klanken van mijn verouderende playlist. Het kleurenschema van Noord wekt emoties bij me op die ik liefheb en die ik haat aan het verleden. Al een minuut of vijf merk ik dat er iets niet in de haak is met mijn achterband en denk aan het krantenartikel van vorige week over een 15 jarig meisje dat wegens de crisis 1200 kilometer met haar vader achterop had gefietst van de stad naar hun dorp. Maar slecht gaan is geen wedstrijd natuurlijk.
De fiets begeeft het en wordt vastgemaakt aan een over een door jonge nieuwe noorderlingen en treurwilgen omringd meertje uitkijkende lantaarnpaal in wat nu bekend staat als het Noorderpark. Ben blij dat ik vaker op mijn scherm kan kijken nu ik geen stuur meer vast heb zodat ik me al meme’end kan manoeuvreren door deze nieuwbakken hipsterontmoetingsplaats. Bij wat vroeger de markt was ontmoet ik twee prominente fiugren op de fiets. Freddy van de Jeugd en Gee van Patta betrappen mij op heterdaad tijdens mijn zwakste moment, namelijk het oversteken van het fietspad naar de Febo.
Iets van vijftien jaar eerder ontmoette ik Freddy voor het eerst in de containerwoning van Ollie. Hij en Pepijn waren twee moeilijk te plaatsen figuren en zaten maar raadselachtig te zijn. De eerste woorden die hij tegen me uitsprak waren “moet je olijfs?” Ik weet nog dat het veel indruk op mij maakte als tiener met nog zonder persoonlijkheid: een rapper die olijfs uit een bakje eet in de studio. En ik moet zeggen, hoe die zo voor me staat op het fietspad is ie ook geen enkele spat minder excentriek. En ookal kwam het tweetal er net vandaan, hebben we niet veel woorden gewisseld over de demonstratie.
De man achter de toonbank in de Febo is dezelfde man uit de snackbar in de buurt waarin ik opgroeide en hij herkent mij wonderbaarlijk genoeg ook na tientallen jaren. Het is in zijn snackbar gebeurd dat ik een wijze les kreeg als kind dat ik nog kraakhelder voor de geest kan halen. Een keer tijdens de drukte van een Koninginnedag kreeg ik wisselgeld terug van 25 terwijl ik met 10 gulden had betaald. Toen ik het wisselgeld aan mijn vader wilde overhandigen moest ik het teruggeven aan deze man.
De febo is vlakbij de drukke rotonde van de Van de Pekstraat en er fietsen veel bekenden langs. Ik ben een meubel geworden. Zo een buitengymspeelplaats die er altijd heeft gestaan maar waar bijna nooit iemand wat aan heeft gehad. Dit klinkt emo-er dan ik het bedoel, ik vind het eigenlijk een fantastisch gevoel om een ondergewaardeerde parel van de straat te zijn. Onderweg naar Coffeeshop het Ooievaartje zie ik een jongen op een fiets met fonkelende kraalogen en een volle baard. Kawar is zijn naam. Kawar ken ik al vanaf de Christelijke middelbare school en we zijn blij om elkaar te zien. Hij vertelt dat hij op zich ook wel een jonko lust.
Nou dan moet je net bij mij zijn. Je moet begrijpen van Kawar en mij, wij hebben in Noord zo een beetje overal gesmoket waar dat kan, dus het was nog een hele opgave om een boeiende smokeplaats te bedenken. Slenterend door noord vertelt Kawar me dat hij nog wel eens de videoclips terugkijkt die hij in die tijd van ons maakte en er onbewust toch veel van heeft geleerd. Als hij de namen noemt krijg ik wahed bijna weemoedige glimlach op mijn visage bij de titel Noordside. Een heerlijke clip vol heerlijke mensen van een zalig nummer in een markante periode.
Een halfuur later zijn we in een vakantiepark voor de trailer van een kennis aan het pokeren met een paar andere hele prominente mensen want je kan echte smokers er niet van weerhouden om het maximale uit hun chill ervaring te halen. Terwijl de zon idyllisch wegzakt achter een van de prachtige wateren die Landsmeer rijk is, gaat het gesprek tussen een Irakese Koerd, een Marokkaanse daggoe en twee witte jongens met donkere vriendinnen bijna op geen enkel moment over racisme.